Peter Winnen; waar het over gaat

Hij is voormalig profwielrenner en ook nu lijkt zijn leven nog voor een groot deel om sport te draaien. Zijn wekelijkse columns in de Volkskrant gaan altijd over sport, meestal over wielrennen. Op het Muzisch Treffen op 25 augustus draagt Peter voor uit eigen werk. ‘Wat kunnen we dan verwachten?’ blijkt een aanzet tot een gesprek met bijna filosofisch inslag. Bijna, want Peter heeft eigenlijk weinig tot niets met filosofie. We spreken af in het Boshuis op Weverslo.

Slechts een klein stukje bij de plek waar je geboren en getogen bent vandaan toch?
“Inderdaad, ik heb in deze omgeving zo’n beetje wortelgeschoten, ben van Ysselsteyn naar Venray getrokken en daar woon ik nu al mijn leven lang. Ik hou van Venray want dit dorp is net klein èn net groot genoeg om prettig te kunnen wonen.”

Ben je hier op Weverslo vroeger ook gekomen?
“Ja, ik moet hier zelfs op de eerste cross nog geweest zijn. Ik was toen heel jong, mijn vader nam me mee hier naar toe, ik kan het me vooral nog herinneren vanwege het motorengebrul. Dat had indruk gemaakt. Later kwam ik hier met mijn schoolvrienden. Er werd ook altijd flink gesleuteld aan de motoren. Dat vonden wij wel mooi. We hadden ook een aantal goeie coureurs hier in de omgeving.”

Wat betekent Weverslo voor jou?
Het is een prachtige plek om te komen en mijn echtgenote ligt hier begraven. Zij wilde zeker niet in een ‘straatje’ terecht komen maar eerder verdwijnen in de natuur zonder echt te verdwijnen. En de verbinding tussen dood, levendigheid en cultuur spreekt mij aan.

Hoe ben je eigenlijk aan het schrijven geraakt?
“Ik hou van taal, ben natuurlijk opgeleid als onderwijzer dus dat zat er al een beetje in. Maar zelfs ver daarvoor op school werd ik eigenlijk al gegrepen door de literatuurlessen. Er lichtte toen al iets op zeg maar.”

Hoe komt jouw werk tot stand?
“Gelukkig is er altijd een deadline. Ik heb een hekel aan deadlines maar kan ook niet zonder, want de druk die een naderende deadline geeft werkt goed voor mij; het moet dan echt gaan gebeuren.”

Zou je iets kunnen met het richtinggevende element in sport?
“Zeker weten. Als ik alleen al naar mezelf kijk. Rond de leeftijd van 10 jaar had ik al het idee iets in de wielersport te willen betekenen. Deze sport had me gegrepen en dan vooral omdat het wielrennen zich afspeelt in het decor zelf. Jouw strijdperk is de wereld zelf; ik vond dat groots. Heroïsch zelfs. Een berg bijvoorbeeld, die ligt daar gewoon en daar speelt ook de wedstrijd zich op af en dus vecht je ook nog eens tegen de natuur. Daarbij was het wielrennen, omdat het een uithoudingssport is, ook een fysiek gevecht. En als je zo duidelijk voelt dat dit iets is waar je letterlijk verder mee wil komen dan geeft het dus ook richting.”

Wat zijn daarin eigenlijk de uitslagen waard?
Enkel en alleen voor de uitslagen rijden dat is gewoon niks eigenlijk, dat is zo ‘naakt’. Het gaat niet alleen om die tegenstander te overwinnen. Want ja, een sportwedstrijd wat stelt dat nou eigenlijk voor he? Iets lulligers is er bijna niet; beter willen zijn dan een ander. Het gaat over het overwinnen van de wereld, van jezelf overwinnen, helemaal op het randje speelt dit zich af.”

Waar gaat je leven over?
“Hoe ouder ik wordt hoe minder of ik dat weet.”

Is dat vooruitgang?
“Ik denk het wel ja. Mensen stellen allemaal doelen maar het is natuurlijk ook heel veel rennen in een cirkel. En het lijkt een leven te duren voordat je ziet dat je makkelijk ook eens een keer stil kunt staan. Dat zit hem in leren relativeren maar vooral ook een bepaald besef van verspilling, verspilling van energie, van mensen. En dat je vaak in het leven om een stap vooruit te komen er eerst twee of drie achteruit gezet moet hebben. Dat moeizame. Als je goed naar dat leven kijkt; wat is dit eigenlijk? Waarom zit er zoveel zand in de machine?”

Wat er echt toe doet wat is dat dan?
“Dat is niet in taal uit te drukken. In poëzie misschien. Ik denk dat je al heel veel gewonnen hebt als je van al die concepten af bent die in je hoofd lijken te zitten. Hoe je denkt dat de wereld er uit ziet, want zo ziet ie er helemaal niet uit. Wij mensen willen
altijd grip krijgen op de wereld en op wat we doen en we denken zelfs een idee te hebben hoe dat moet gebeuren. Afijn, alle filosofen hebben zich hier stuk op gebeten en zijn er knettergek van geworden. Want het is dus niet in taal uit te drukken, het gaat over ‘zijn’ uiteindelijk.”

Dat ‘zijn’, dat vind je in sport wel toch?
“Het kan heel bevrijdend werken dat ‘zijn’ door simpelweg te ‘doen’. Als ik alleen al naar dat fietsen kijk. Hoeveel mensen er wel niet aan het fietsen zijn. Zelfs als ze op een leeftijd van 30/40 of later de fiets ontdekken, hoor je hoe bevrijdend het voelt om een paar uur onderweg te zijn en monotoon met die benen te malen. Hoeveel ruimte je dan in je kop krijgt. Ik denk dat het zo werkt, want het kan natuurlijk heel meditatief zijn. Het is trouwens ook wel een bekend gegeven dat bij depressies en somberheid vaak duursport voorgeschreven wordt omdat het ook echt zo werkt. Als topsporter ben je gewoon een endorfine junk. Toen ik eenmaal was gestopt heb ik er lang over gedaan om fysiek daarvan af te kicken. Als dat in een keer wegvalt krijg je last van een cold turkey. En dan in ene moet het echte leven beginnen en dat dat best wel ook saai is.”

Dan moet je eigenlijk wel heel erg met jezelf bezig zijn toch?
Ik vond het ook niet genoeg om sport te bedrijven om de sport alleen. Dat was mij te benauwd. Het wielrennen bijvoorbeeld is ook heel nomadisch meer een optocht ook door de vrijheid. En dat had dan wel het karakter van een wedstrijd maar het was meer dan dat denk ik. Meer het in beweging zijn.

Sport je nou eigenlijk nog?
jazeker, ik fiets nog een aantal keer in de week.

Waar gaat het dan om?
Om wind in de haren te hebben en een frisse kop te krijgen. En om me fysiek goed te blijven voelen natuurlijk maar vooral dat mentale stuk want je kunt van fietsen zo voldaan zijn. Zo helemaal leeg thuiskomen dat is fijn.

Waar het in elk geval over gaat gaan op 25 augustus?
Het gaat in elk geval niet over hoe spannend sport kan zijn. Maar eerder over ontplooiing en grenzen. Het gevecht tegen de natuur, de elementen. Door grenzen heen te breken zelfs. Of om door jezelf heen te breken; het gevecht met jezelf. Dat is waar het over gaat.

Geplaatst in Geen categorie