Bruisen van de ideeën voor het afscheid…
Vorige week had ik een afspraak met Stella, ze is net zesendertig geworden en gaat dood. Nou gaan we dat allemaal, maar Stella heeft borstkanker met uitzaaiingen en weet dat ze niet lang meer zal leven. Hoe lang ‘niet lang’ is, dat weet ze niet, “maar de kans dat ik zevendertig wordt is net zo groot als dat jij honderdelf wordt”, aldus Stella.
Ik loop met haar en haar beste vriendin door het bos en ondertussen bespreken we de mogelijkheden die er zijn hier op Weverslo. Ze wordt steeds blijer en geïnspireerd door het bos, ze bruist van de ideeën , belt ondertussen een vriend of hij foto’s wil maken tijdens haar uitvaart. Ze ziet het helemaal voor zich, hoe de ceremonie op ’t Laar moet zijn, waarbij ze iedereen dicht om zich heen wil, in een kring, welke kleuren de bloemen moeten hebben die de mensen mee nemen en welke geliefden er zullen spreken. Ze kiest een mooie plek uit, tussen drie eiken op onze natuurbegraafplaats.
Tijdens de wandeling vergeet ik soms bijna dat ze dood gaat, maar zodra ik het mij weer realiseer merk ik hoe lastig praten met iemand die dood gaat soms kan zijn. Zelfs als je je professioneel met het onderwerp bezighoudt, is het niet altijd eenvoudig.
Ben ik niet te direct? Te nieuwsgierig? Of wek ik de indruk medelijden te hebben en wil ze dat niet? Of straal ik onbewust opluchting uit: zij gaat, ik niet? Al is die gedachte onzinnig, want niemand garandeert mij dat ik langer leef dan zij.
Gedachten die ik heb over pietluttigheden voelen onzinnig. Want wat is nog erg in het licht van de dood? Niets toch? Alles wat in mijn leven op dit moment zwaar of stom is, valt weg in dat licht.
Praten met iemand die dood gaat. Het is geen sinecure, er is geen recept voor. Maar ondanks mijn onzekerheid over of ik het goede heb gezegd, is Stella tevreden naar huis gegaan. Weer iets wat van haar nog te doen lijst af kan, zo zei ze bij het weggaan.
Geplaatst in Verhalen