Vier leerlingen en een juf.
Om 9.55 komt de eerste leerling aan op Weverslo. Na wat wachten, kletsen en heen en weer bellen omdat een deel van de groep bij de verkeerde ingang staat, gaan we aan de slag.
De jenaplanschool Metameer uit Boxmeer, organiseert jaarlijks een Doedag, als onderdeel van het burgerschapsprogramma, met als doel de leerlingen kennis laten maken met vrijwilligerswerk.
Met twee kruiwagens gaan we het bos in om dennenappels te rapen, die wij gebruiken om onze houtkachel aan te maken. Omdat ze tijdens de Doedag worden geraapt, noemen wij ze sinds jaar en dag, de Metameer-appels.
Na ruim een uur dennenappels rapen en de bospaden schoonmaken, nemen we even pauze, als de cola en gevulde koek op is, gaan we weer aan de slag.
We gaan een graf inmeten. Met de grondboor en meetlint in de hand worden er uiteenlopende vragen gesteld door de leerlingen en de juf over natuurbegraven, de houten monumenten, de touwtjes om de bomen en het bos. Ook vertellen ze over hun eigen ervaringen met de dood van een oma of ander familielid.
Als het inmeten en wegbrengen van de bloemen die op de graven liggen naar de composthoop -wat ze overigens wel heel veel werk vinden-, klaar is, zijn we toe aan het leukste onderdeel van de Doedag: Het zelf rijden in de golfkar.
Na wat instructie rijden de leerlingen om de beurt een rondje over het landgoed.
Op mijn vraag hoe ze de dag vonden antwoorden ze unaniem: heel leuk!
Ze vertellen dat ze niet echt gemerkt hebben dat ze op een begraafplaats zijn, het voelt meer als een gewoon bos, het is ook helemaal niet eng hier.
En de leerling die zich ziek heeft gemeld voor deze dag heeft echt wat gemist, volgens deze enthousiaste, leuke leerlingen.
“Want dit was echt leuk!”
Bedankt Metameer leerlingen voor jullie hulp en inzet!