Vierde kerst zonder haar liefde. Voor kerst. 

Jaap loopt, voordat de herdenkingsbijeenkomst begint, met een klein kerstboeket en zijn ziel onder zijn arm naar het graf van zijn vrouw. Als ik hem groet en vraag hoe hij deze tijd doorkomt vertelt hij:

Onze kerstboom thuis staat al, altijd op 6 december. Dat is traditie. Sinds zij er niet meer is heb ik een neppert. Ik vind kerst gedoe. Maar hij staat wel. En het geeft mij en onze kinderen licht en troost. En een boel herinneringen. 

Altijd als Sinterklaas zijn biezen pakte, pakte zij de kerstversiering van zolder, en kochten we samen een boom. 

Zij wilde dat graag. Ik deed daar elk jaar mijn beklag over. 

Samen tuigden we de boom op. Toen de kinderen klein waren mochten ze haar helpen. En zongen ze alle drie heel hard mee met de kerstliedjes op de radio. Als de kinderen in bed lagen hing zij de ballen ‘goed’, want zij had oog voor schoonheid. Het moest kloppen. Een bal per tak. Met een lampje erachter. 

Ik snap daar niks van.  

Sinds ze er niet meer is tuig ik de boom op met een foto van haar naast de boom. Om haar kunst af te kijken. En mis ik haar. Haar oog voor detail. Haar. En alles. 

Dit wordt de vierde kerst die ze moet missen.

We kwamen in de zomer eens een kerstwinkel tegen tijdens onze vakantie in Amerika, en ze zong de rest van de dagen “All I want for Christmas’ van Mariah Carey. Haar liefde voor kerst was groot. 

Zo iemand gun je toch een prachtig versierde boom en dit kerstboeket? 

Ook nu ze niet meer bij ons is. 

Geplaatst in Verhalen