‘Zij hield van de herfst…’

Schoorvoetend komt hij binnen, blijft op de mat staan en vraagt of hij  een plekje voor de urn van zijn vrouw kan uitzoeken. Hij heeft geen afspraak maar, hij wijst naar de man die mee is gekomen, deze vriend  kon vandaag en heeft hem hier naartoe  gereden.

Ik maak koffie voor ons drieën, ga bij hen zitten en vraag hem naar zijn vrouw. Ze is 1,5 jaar geleden overleden vertelt hij. En wat mist hij haar. Ze hadden het zo fijn… meer dan zestig jaar. Ze deden alles samen.  Zij bedacht alles wat er gedaan moest worden, had de broek aan zegt hij lachend en was hartelijk naar iedereen. De kleinkinderen, de buren en familie. Vrouwen zijn daar toch beter in, verzucht hij. Zijn ogen worden waterig. 

Zij wees hem op het mooie om hem heen. Op de prachtige kleur van de gevallen bladeren in de herfst, een paddestoel, of een eekhoorn die met de eikel in de weer was tussen de bladeren. Hij ziet slecht, dus zij keek ook voor hem.

De vriend die mee is vraagt of hij al lang zo slecht ziet. Uit zijn verhaal begrijp ik dat hij vrijwilliger is bij Humanitas en langs gaat bij mensen die wat extra aanspraak kunnen gebruiken, bijvoorbeeld na een overlijden van een partner. Zo kennen ze elkaar. 

Na de koffie lopen we door het bos. De vriend wijst meneer op de biefstukzwam die tegen een stam van een gevallen eikenboom groeit.

Samen kiezen we een plek uit waar de urn van zijn vrouw moet komen. Hij kijkt tevreden om zich heen. Hier zou zij mij ook op gewezen hebben, deze plek onder de bomen en tussen de paddestoelen. Want zij hield van de herfst. 

Geplaatst in Verhalen